Duinen hebben Nederland gevormd en beschermen het land tegen de zee. Het is een moeilijk gebied voor leven. Toch kunnen veel planten en dieren overleven dankzij hun aanpassingen.

Op de Noordkant van een oud duin is veel schaduw en groeien veel heide- en varensoorten. Aan de zonnige zuidkant kan het heel heet worden – soms wel 50 graden – en is het ook veel droger. Daar groeien meer mossen en korstmossen, die hier kunnen overleven. Verder kun je in de duinen bijvoorbeeld konijnen, tapuiten, orchideeën, dagvlinders en duinviooltjes tegenkomen.

Duinlandschappen zijn erg gevarieerd. Je hebt jonge duinen, oude duinen, duinbossen, duingrasland, duinvalleien, en …stuifduinen.

Een duin ontstaat doordat elke golf een beetje zand achterlaat. De wind brengt het zand vervolgens het land op. Onderweg is ieder obstakel, bijvoorbeeld een schelp, genoeg om zand tegen te houden. Biestarwegras en helmgras houden met hun lange wortels het zand vast en kan het duin groeien en uiteindelijk wel 20 of 30 meter hoog worden.