Kwallen zijn eenvoudige, hersenloze beestjes die voor 98% uit water bestaan. Als je een kwal op het strand ziet liggen zul je dat niet zeggen, maar in het water zijn het bijzonder mooie verschijningen.

Kwallen zijn holtedieren die het grootste deel van hun leven met de stroming mee door het water zweven. Omdat ze niet tegen de zeestroming in kunnen zwemmen horen ze bij het dierlijk plankton. Kwallen kunnen zich namelijk maar beperkt actief voortbewegen. Dit doen ze door de klokvormige hoed samen te trekken. Ze eten kleine visjes, garnalen en andere plankton.

Langs de Nederlandse kust leven vijf soorten kwallen: oorkwal, blauwe haarkwal, rode haarkwal, kompaskwal en zeepaddenstoel. Ribkwallen zijn geen echte kwallen; ze hebben een ingewikkelder darmkanaal. Sommigen zijn zo groot als een druif en daarom worden ze ook wel zeedruifjes genoemd. Ze bewegen zich actief met zogenaamde zwemplaatjes en die geven licht.

Bij een flinke stroming of een hoog tij kunnen veel kwallen in de Waddenzee terecht komen. Ook spoelen kwallen soms massaal aan op het strand. Dit gebeurt vooral bij oostenwind, dan stroomt het bovenste laag water van het land af, en de onderstroom voert de kwallen richting kust.