Scholekster
Scholeksters zijn echte waddenvogels. Een belangrijk deel van de wereldpopulatie leeft in de Wadden. Scholeksters kun je in twee groepen verdelen: de hokkers en de wippers.
De hokkers hebben het goed voor elkaar. Hun nesten zijn dicht bij elkaar op de kwelderrand, vlakbij het wad, dicht bij het voedsel. Hun territorium hebben ze met veel moeite veroverd en bewaken deze jarenlang trouw en fel. Hun jongen erven zelfs deze plekken. De wippers broeden op grotere afstand van de Waddenzee, op de tweede rang. Wippers moeten grotere voedselvluchten afleggen waardoor de kuikens relatief minder voedsel krijgen. Wippers krijgen ook minder nakomelingen. Niet zo vreemd dus dat de concurrentie om hokker te worden moordend is. Alleen de sterkste scholeksters lukt het om een eersterangs plek te bemachtigen.
Scholeksters kunnen uit de voeten met twee soorten voedsel afhankelijk van het seizoen en de plek waar ze leven. Hun snavel kan puntig worden om wormen uit de wadbodem, te pikken: dan zijn het “pierenstekers”. Is het menu schepldier, dan verandert de snavel in een stompe, beitelvormige snavel. Daarmee halen ze een schelp uit de grond en hakken ze die open. Dan zijn het “schelpenbrekers”.