Op een wadplaat zijn niet alleen zand en klei te zien. Als je sterk inzoomt dan zie je microscopisch kleine algjes: kiezelwieren. Ook wel diatomeeën genoemd. Er bestaan veel verschillende soorten met de mooiste verschijningsvormen. Kiezelwieren zijn wereldwijd extreem talrijk, met vele miljarden alleen al op één wadplaat.

Ze nemen evenveel CO2 op als alle regenwouden op aarde bij elkaar. Dat doen ze door fotosynthese. Van zonlicht maken ze hun eigen energie. Ze zijn foto-autotroof. Naast zuurstof produceren ze zo voedingsstoffen zoals suikers. Deels verbranden ze die zelf, deels scheiden ze die samen met eiwitten uit als slijm. Dit slijm kit zandkorrels aan elkaar vast. De wadplaten zijn daardoor heel stevig en bestand tegen erosie door sterke stromingen.

Zo’n glanzende sliklaag vol kiezelwier is de basis van alle leven in het Waddengebied. Kiezelwieren zijn de primaire producenten in de voedselketen. Consumenten van de eerste orde, zoals wadpieren en wadslakjes, eten deze algen op.