Play Icoon
Afspelen
Strand
Marker

Strandkrab

Een strandkrab is bijna nooit alleen. Op zijn pantser liften allerlei organismen mee: muiltjes, mosdiertjes, zeepokken. Ze eten symbiotisch aan dezelfde tafel, zonder dat ze elkaar storen. Dat noemen we commensalisme. Strandkrabben zijn omnivoren, en de opruimers van het waddengebied. Dode dieren (inclusief hun eigen soortgenoten) worden ogenblikkelijk opgeruimd.

In de zomernachten jagen strandkrabben op het wad en strand. In de winter trekken ze naar dieper, warmer water. Tijdens laagwater kun je hen over het strand zien lopen. De strandkrab loopt zijwaarts.

Door hun harde pantser kunnen krabben niet makkelijk groeien. Om groter te worden moeten ze vervellen. Ze krijgen dan alles nieuw: van schild en ogen tot scharen en kieuwen. Ook een verloren ledemaat, groeit dan weer terug.

De eerste uren na de vervelling zijn de pantsers nog zacht. Dit is ook het moment voor het vrouwtje om te paren. Mannetjes ruiken wanneer vrouwtjes toe zijn aan vervelling en strijden met elkaar om het vrouwtje. Na de bevruchting houdt het vrouwtje de eitjes vast onder haar staart. Deze eitjes groeien in de zomer uit tot vele duizenden mini-krabjes.

Volgende Avontuur?
Ga door naar Klimaat